Attack on Soerabaja Naval Port
“…. I was interned along with allied soldiers“
Aanval op de Marinehaven van Soerabaja
Met de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog in Europa werd ik overgeplaatst naar de Hr. Ms. Soemba. In juni 1941 volgde een nieuwe overplaatsing, dit keer naar een divisie die bestond uit vier mijnenvegers (A, B, C en D). Op 27 februari 1942 werd de marinehaven van Soerabaja aangevallen door Japanse vliegtuigen.
Deze aanval leidde tot zware schade aan onze A-klasse mijnenvegers, waardoor deze onbruikbaar werden. Om te voorkomen dat deze schepen in handen van de vijand zouden vallen, werd er door het marinepersoneel besloten de schepen zelf af te zinken.
Gevangenschap na de inval van Japan
In maart 1942 viel Japan Oost-Java binnen en bezette Soerabaja. Op 20 maart kwamen de Japanse soldaten de stad binnen. Kort daarna gaven de Japanse bezetters het bevel dat alle militairen zich moesten melden op het Jaarmarktplein, dat werd omgebouwd tot een van de grootste interneringskampen in de regio.
Op 28 maart 1942 meldde ik mij op het Jaarmarktplein, waar ik samen met geallieerde soldaten – Engelsen, Amerikanen, Australiërs, Nederlanders, Ambonezen, Menadonezen, Javanen en Timorezen – werd geïnterneerd. Na enige tijd werden de Javaanse gevangenen vrijgelaten, maar de rest bleef vastzitten en moesten dagelijks zware corveeën verrichten.
Zware arbeid
Na mijn verblijf op het Jaarmarktplein werd ik samen met de meeste Ambonese gevangenen overgebracht naar de KNIL-kazerne Darmo. Hier verbleven we meer dan anderhalve maand totdat we rond juli 1942 per trein naar Bandoeng werden gebracht. Vanaf het station in Soerabaja werden we vervoerd naar een landingsbaan, waar we wekenlang zware werkzaamheden moesten uitvoeren. Na drie tot vier weken keerden we terug naar Soerabaja.
Transport naar Tanimbar eilanden
Op 20 september 1942 werden we met twee Japanse transportschepen, samen met ongeveer 1500 andere gedetineerde Ambonezen naar Ambon verscheept.
Rond 4 oktober kwamen de schepen aan en werden we tijdelijk ondergebracht in verschillende KNIL-kazernes, scholen en lege gebouwen op Ambon. Veertien dagen later werden we opnieuw ingescheept naar drie kleinere transportschepen, deze keer richting de oostelijke Tanimbar eilanden. Om mogelijke spionage te voorkomen, vertrokken we midden in de nacht. Op 21 oktober 1942 werd een van de drie transportschepen getroffen door geallieerde
Aankomst Tanimbar eilenden
Na drie dagen varen arriveerden de overgebleven twee schepen ’s nachts op de eilanden Adoud en Saumalaki op de Tanimbar-archipel. Hier moesten we in de nachtelijke uren, onder zware arbeid, oorlogsmateriaal lossen. Daarna werden we in kleine groepen over het eiland verdeeld, dat inmiddels vol Japanse en Koreaanse soldaten was gestationeerd met de bedoeling om Australië aan te vallen en te bezetten.
Attack on Soerabaja Naval Port
With the outbreak of World War II in Europe I was transferred to the Hr. Ms Soemba. Another transfer followed in June 1941, this time to a division consisting of four minesweepers (A, B, C and D). On 27 February 1942, the naval port of Surabaja was attacked by Japanese aircraft.
This attack resulted in heavy damage to our A-class minesweepers, rendering them unusable. To prevent these ships from falling into enemy hands, naval personnel decided to sink the ships themselves.
Captivity after Japan’s invasion
March 1942, Japan invaded East Java and occupied Soerabaja. Japanese soldiers entered the city on 20 March. Soon after, the Japanese occupiers ordered that all soldiers should report to the Market Square, which was converted into one of the largest internment camps in the region.
On 28 March 1942, I was deported to Market Square, where I was interned along with allied soldiers – British, American, Australian, Dutch, Ambonese, Menadonese, Javanese and Timorese. After some time, the Javanese prisoners were released, but the rest remained imprisoned and had to perform heavy corvettes daily.
Hard labour
After my stay at Market Square, we and most of the Ambonese prisoners were transferred to KNIL barracks Darmo. Here we stayed for a month and a half until we were taken by train to Bandung around July 1942. From the station in Soerabaja, we were transported to an airstrip, where we had to carry out hard labour for weeks. After three to four weeks, we returned to Soerabaja.
Transport to Ambon and the Tanimbar Islands
On 20 September 1942, we were shipped to Ambon on two Japanese transport ships, along with about 1,500 other detained Ambonese.
The ships arrived around 4 October, and we were temporarily housed in various KNIL barracks, schools and empty buildings on Ambon. Fourteen days later, we were again embarked on three smaller transport ships, this time heading for the eastern Tanimbar Islands. To avoid possible espionage, we left in the middle of the night. On 21 October 1942, one of the three transport ships was hit by Allied air raids, killing or missing many POWs”.
On 20 September 1942, we were shipped to Ambon on two Japanese transport ships, along with about 1,500 other detained Ambonese.
Arrival at the Tanimbar Islands
After three days of sailing, the remaining two ships arrived at night on the islands of Adoud and Saumalaki in the Tanimbar archipelago. Here we had to unload war material during the night, under hard labour. We were then divided into small groups across the island, which by now was stationed full of Japanese and Korean soldiers with the intention of attacking and occupying Australia.